De bramen van de Rubus fruticosus ‘Himalaya’
De Rubus fruticosus ‘Himalaya’ is een gedoornde braam met een goede productiviteit. De vruchten zijn middelgroot en zwart van kleur. De smaak is friszoet, sappig en licht aromatisch. Dit is een zeer geliefd ras door de goede smaak van de braam.
De ‘Himalaya’ is geschikt voor zowel de directe consumptie als voor de verwerking.
Bloeitijd en oogsttijd
Deze braam bloeit rond maart/april met kleine witte bloemen. Rond eind juli/augustus zijn de bramen van de ‘Himalaya’ rijp.
Standplaats
Bramen staan bij voorkeur op een plaats in de volle zon of halfschaduw. Het liefst beschut tegen de wind. Een zonnige plek bevordert de bramenoogst en de smaak van de vrucht.
Wat betreft de grond zijn bramen niet al te kieskeurig. Ze staan graag op een neutrale grond met een goed doorlatende bodem.
Aanplanten
Wij adviseren bij het aanplanten van de braam om gebruik te maken van DCM Vivimus Groenten en Fruit. Het is vervolgens belangrijk om de planten jaarlijks van de juiste voeding te voorzien met een organische meststof. DCM Meststof Aarbeien en Kleinfruit is hier uitermate geschikt voor.
U kunt de bramen het beste langs een gaaswerk of tegen een muur/schutting plaatsen. De twijgen van bramen hebben namelijk ondersteuning nodig om overeind te blijven staan. De braam is een niet zelfhechtende klimmer. Dit betekent dat de plant tegen de muur/schutting opgebonden dient te worden.
Snoeien
Knip in de winter alle tweejarige scheuten weg tot op de grond. De nieuwe eenjarige scheuten blijven over en bind je weer vast. De nieuwe eenjarige scheuten geven volgend jaar weer vrucht.